Nieuw station Kortrijk : belastinggeld voor prestigeproject Minister Q.

NMBS, De Lijn en Stad Kortrijk slaan de handen in elkaar voor een nieuw station in onze stad. Het huidige station wordt met de grond gelijk gemaakt en er komt een prestigieus project in de plaats. Kostprijs: 89,5 miljoen euro belastinggeld (excl BTW). Geschatte duur : tien jaar.
PVDA West-Vlaanderen vindt dit een compleet onverantwoord gebruik van publiek geld. Het openbaar vervoer in onze provincie is een regelrechte ramp. Loketten worden gesloten, buslijnen en -haltes geschrapt, kinderen met een beperking zitten uren op de bus naar school …en dan kiest men voor één prestige project in Kortrijk?!
Er is nochtans een alternatief. Op vele plaatsen kiest men voor herbestemming en renovatie in plaats van sloop en nieuwbouw. Dat is goedkoper, sneller én beter voor het milieu. Het station van Hasselt wordt momenteel gerenoveerd : een nieuwe trap, de perrons worden verhoogd, er komen nieuwe banken en schuilhuisjes, renovatie van de tunnel onder de sporen, vernieuwing van vloeren, muren en plafonds en een roltrap en lift naar elk perron. Op vijf jaar tijd is het klaar en de hele operatie kost slechts 19 miljoen euro. Hetzelfde gebeurde in Leuven en Aalst. Met het geld voorzien voor één prestigestation kunnen we dus méérdere stations eindelijk toegankelijk maken. Denk maar aan Kortrijk, Waregem, Ieper, Poperinge, Izegem en Anzegem.
Laat je stem horen
Je kan nog tem 15 september een bezwaarschrift indienen tegen de sloopaanvraag op de site van de Vlaamse Regering. Je kan onze voorgemaakte argumenten gebruiken. Minister Zuhal Demir moet dan een beslissing nemen tegen februari 2024 en daarna kunnen we nog in beroep gaan.
Ben je geïnteresseerd in dit project? Word lid van PVDA en blijf als eerste op de hoogte. Of stuur een mailtje naar west-vlaanderen@pvda.be met als onderwerp “Station Kortrijk”.
Lees hieronder ons volledige standpunt:
Iedereen op de trein : een luxe ?
In zoveel stations is het momenteel onmogelijk om met een rolstoel, buggy of fiets autonoom op de trein te stappen : Waregem, Izegem, Poperinge, Ieper, Anzegem, … Eind vorig jaar sloten NMBS en de Federale Regering een beheerscontract af. Daarin zeggen ze te willen inzetten op toegankelijkheid. Tegen 2032 moeten 176 van de 550 stations in ons land aangepast zijn aan de noden van mensen met een beperkte mobiliteit. Op de site van het Nieuwsblad kan je op een interactieve kaart de plannen per station bekijken. De West-Vlamingen buiten Kortrijk zullen nog lang op hun honger moeten blijven zitten : quasi niets is er voorzien.
‘Door al die opschepstations moeten ze nu tegen de mindervaliden van Waregem en Lier zeggen: “Sorry.” stelde architectuurcriticus Koen van Synghel in Knack. Hij slaat de nagel op de kop. Ironisch genoeg kwam het nieuws dat ze in Waregem zullen moeten wachten tot na 2032 voor een lift in het station, twee dagen voor de presentatie van het megalomaan project in Kortrijk, tijdens de NMBS Roadshow. De provincieraad riep terecht (en unaniem) op tot herziening en verbetering van het nieuwe vervoersplan van de NMBS met een “inhaalbeweging om de toegankelijkheid van stations en treinen te verbeteren”.
“Dat elke reiziger het openbaar vervoer kan betreden, klinkt als een luxesituatie maar eigenlijk zou het de logica zelve moeten zijn,” klonk het vanuit verenigingen voor mensen met een beperking. Inderdaad, vinden we met PVDA. Het is compleet onverantwoord om miljoenen belastinggeld uit te geven aan een luxestation, terwijl zoveel mensen de trein niet eens kunnen nemen. Anno 2023 is dat onaanvaardbaar.
Kies voor herbestemming en renovatie : goedkoper, sneller en ecologischer
Het Station van Kortrijk heeft nood aan verbetering. Daarover is geen discussie maar slopen en nieuwbouw is niet de enige optie. Er zijn tal van inspirerende voorbeelden in binnen- en buitenland waar men met herbestemming en renovatie van het stationsgebouw een echte attractiepool maakt, een baken in de stad (Leuven, Hasselt, Jette, Saint-Omer). “De kapitale fout die het stadsbestuur maakt, is dat men gewoon niet weet wat er elders gebeurt,’’ stelt Adriaan Linters, Kortrijkzaan en voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Industriële Architectuur. Er zijn nochtans veel goede redenen om te kiezen voor herbestemming en renovatie.
Ten eerste, de kostprijs. Alle prestigeprojecten (denk aan Luik, Mons, Gent) vallen veel duurder uit dan initieel voorzien. Renovatie kan aan veel lagere prijs. Voor Hasselt voorziet men €19 miljoen, Leuven kostte €10 miljoen. Het uitgespaarde geld kan gebruikt worden voor andere sociale noden, zoals het toegankelijk maken van andere stations (NMBS), investeringen in materiaal en personeel (De Lijn) en straatverlichting (Stad Kortrijk). Om maar een paar voorbeelden te geven.
Ten tweede, de duur van de werken. NMBS-bouwprojecten slepen vaak jaren aan – zie maar naar Gent – met mobiliteitsproblemen en verloedering van de omgeving. We weten in Kortrijk maar al te goed hoe werven aanslepen en de mobiliteit en veiligheid rond de werkzaamheden te wensen overlaat. Wat met de lokale handelaars?
Ten derde, voor het klimaat. Het druist in tegen alle klimaatbeloftes van onze ministers om nu te kiezen voor volledige sloop en nieuwbouw. Dat is verspilling van energie en materiaal. De bouwsector is verantwoordelijk voor meer dan een derde van het wereldwijde verbruik van grondstoffen en veertig procent van het vaste stedelijke afval. “Hergebruiken van wat we al hebben moet zoveel mogelijk een eerste reflex zijn, voordat we beslissen om nieuwe constructies op te trekken”, luidt het advies van de Vlaamse Bouwmeester.
Ten vierde, voor een station als ontmoetingsplaats. “Een klassiek oud gebouw met loketten is niet meer van deze tijd”, vindt Van Quickenborne. Voor hem is een station zonder personeel en zonder gebouw, met enkel nog tunnels, luifels en automaten de toekomst. Een station louter als plaats van aankomen en vertrekken. Dat is niet onze visie. Wij willen een station met mensen. Een plek van ontmoeting, cultuur en creativiteit. Leegstaande ruimtes kunnen bij herbestemming worden ingevuld met allerhande maatschappelijke functies, tentoonstellings-, vergader- en coworkingruimten, een bibliotheek, de toeristische dienst, horeca, ... afhankelijk van het creatief denken van ontwerpers en noden van stad en regio. Het station kan zo opnieuw een ankerpunt in en voor de stad worden.
Tot slot, voor onze geschiedenis. Het station van Kortrijk is vandaag het laatst bewaarde grote wederopbouwstation van na de Tweede Wereldoorlog. Het is een beeldbepalend symbool van de wederopbouw van de stad Kortrijk na de vernietigende bombardementen van 1944. ‘Erfgoed’ is een belangrijke component van onze cultuur. Het vertelt de verhalen van onze gemeenschap - het onroerend erfgoed is het in steen gegoten Verhaal van Vlaanderen. Erfgoed moet daarbij niet noodzakelijk ‘mooi’ of ‘antiek’ zijn. Het moet de verhalen vertellen, materialiseren, die voor een stad en streek relevant zijn. De verhalen van mensen, hun realisaties en ook hun tegenslagen. Want geschiedenis is niet altijd een ‘mooi’ verhaal. De stadsgidsen in Kortrijk kregen de opdracht niet te lang stil te staan bij het Station en haar geschiedenis. Willen we het verhaal van de wederopbouw na het fascisme echt met de grond gelijk maken?
Democratie à la Q.
“De tijd van architecturale hoogstandjes is voorbij, “sober” is het codewoord”, stond er in de pers na ondertekening van het nieuwe beheerscontract tussen de regering en NBMS. Hoe komt het dan dat een paar maanden later Van Quickenborne en NMBS-woordvoerder Bart Crols met veel bravoure de plannen voor Station Kortrijk lanceerden in het Concertgebouw van muziekcentrum Track, met de woorden “Dit is de toekomst”? Hoe komt het dat Minister Diependaele het station van Kortrijk niet wil erkennen als erfgoed, tégen advies van zijn eigen administratie in? Hoe komt het dat het Stadsbestuur weigert het dossier voor te leggen aan de gemeenteraad? Waarom durft men geen advies te vragen aan de Vlaamse Bouwmeester? Waarom mag de belastingbetaler niet mee beslissen over dergelijke uitspattingen?
Het antwoord is niet ver te zoeken. Al in 2008 droomde toenmalig burgemeester Stefaan De Clerck (CD&V) van een futuristisch station. Maar intussen trokken onze politici lessen uit de fiasco’s van Bergen en Gent en verlegde men de prioriteiten naar “sober en toegankelijk”. Dat was echter zonder Minister Q. gerekend, die voor Kortrijk altijd het allerbeste en het allermeeste wil, en persoonlijk tussenkwam in de affaire. Op de persconferentie in april van dit jaar klopt onze Minister en titelvoerend burgemeester die er “absoluut bij wilde zijn tijdens de voorstelling van het voorontwerp”, zich op de borst : “Ik gaf via mijn contacten in Brussel het laatste duwtje in de goeie richting. Mijn dank gaat ook uit naar Georges Gilkinet (Ecolo-minister van NMBS en Infrabel).”
Het is ver gekomen met onze democratie als men dat zonder blikken of blozen, zelfs met fierheid kan stellen. Dat je ondanks alle beleidsdocumenten van de regering, adviezen van experten, acties en petities van burgers, durft zeggen dat je het met een paar telefoontjes in Brussel even geregeld hebt? Dat een liberale minister zijn dank uit aan een groene minister om even het klimaat en het algemeen belang aan de kant te schuiven? Ja dankuwel.
Dit is een klap in het gezicht van de Kortrijkzanen en alle andere burgers die met hun belastinggeld opdraaien voor dit megalomaan prestigeproject. Wij willen mens en milieu op de eerste plaats, niet de futuristische natte droom van een rijke minister.